Wat je coach je niet vertelt over blessurepreventie in BJJ

Veel BJJ-beoefenaars trainen hard maar missen de simpele gewoontes die blessures voorkomen. Deze gids laat zien hoe je met slimme opwarming, techniekkeuzes, krachttraining en herstel praktische winst boekt. Minder uitval, meer mat-uren, meer progressie.

Veel BJJ-beoefenaars beseffen niet hoe snel kleine pijntjes doorschuiven naar weken niet trainen. Blessurepreventie is geen luxe maar een trainingsvaardigheid. Met een paar aanpassingen in warm-up, spar-intensiteit en techniekkeuzes houd je je lijf betrouwbaar. Het is belangrijk om te weten welke gewoontes direct effect hebben op je knieën, schouders en nek. De feiten spreken voor zich.

Blessurepreventie in BJJ

De meeste blessures ontstaan niet in een enkel moment maar door herhaling zonder aandacht voor positie en spanning. Werk met duidelijke intensiteitslagen in sparren, kies partners bewust en bewaak je houding. Postuur eerst, techniek daarna.

Veilig trainen in Brazilian Jiu-Jitsu

  • Respecteer grenzen van bindweefsel. Rotatiekrachten op knie en nek zijn nummer één oorzaak van uitval.
  • Tap op druk, niet op pijn. Zeker bij leglocks en kimura-varianten.
  • Gebruik rondes met doelen. Bijvoorbeeld alleen guard retention op 60% om volume te draaien zonder sloopwerk.
  • Vermijd ego-escapes. Als de hoek slecht is, herpositioneer of reset.
  • Plan herstelrondes. Eindig met techniek- of flowrondes om het zenuwstelsel te kalmeren.

Als ik het me goed herinner kwam mijn grootste sprong in blessurepreventie toen ik begon met intensiteitslagen: 30-60-80%. Niet alles is 100%. Waarom sparren we altijd op 100% als het ook op 60% kan voor meer reps en minder schade? Spreek vóór de ronde af: “passes alleen op techniek, RPE 6, geen sprinten”. Dat is wel handig voor verwachtingen, maar ook voor je pezen. Eerlijk gezegd red ik meer posities met 60% dan met blind gas geven.

Partnerkeuze telt. Train je nieuwe leglock-entries, kies dan iemand met controle, niet de hyperexplosieve worstelaar die vandaag voor het eerst outside heel hooks probeert. En let op gewicht- en ervaringsverschillen: een blauwe band van 110 kilo die “rustig” zegt, bedoelt soms iets anders dan jij van 75 kilo. Het punt is: communiceer. Zeg “geen twisting knees” of “geen crank op de nek”, en reset wanneer een scramble naar een rare hoek glijdt.

Houding is gratis bescherming. In guard: bekken licht gekanteld, ribben niet overdreven uit, schouders laag en scapula actief. Als passer: knieën stabiel, heupen onder controle, hoofd neutraal. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat 80% van de knieissues bij beginners komt uit pass-patronen waar de voet vastzit en de heup toch doordraait. Zie je die hoek? Stop, herpositioneer, of switch van torres naar knee slide. Zo simpel is het.

Maak ook afspraken met jezelf over tappen op druk. Voel je progressieve compressie op enkel/knie/nek, tap vroeg. Vooral bij kimura-varianten en toe holds is de schade vaak “stiekem cumulatief”. Eén keer niets voelen en de volgende week kan je niet hurken, maar dat is weer een ander verhaal.

Structuur je week. In ons geval werken drie soorten rondes goed: volume (RPE 5-6, veel herhalingen), kwaliteit (RPE 6-7, specifieksparren met duidelijke doelen) en scherpte (RPE 8, korte explosies, lange rust). Op open mat op zaterdag plan ik bewust eerste twee rondes als techniekflow, pas daarna sneller werk. Heb je competitieblok? Dan micro-deloads: minder gripwar tot de vingers weer meedoen. Wissel ook grips af: lapel, mouw, kraag, no-gi handpalms—je pezen waarderen die variatie.

Tot slot iets wat weinig mensen loggen: totale gripbelasting en nekvolume. Zet in je notities “10 min collar ties, 3 ronden heavy passing” en check de dag erna je nek- en onderarmgevoel. Heb je gemerkt hoeveel rust je krijgt van duidelijke doelrondes? Voor zover ik weet voorkomt het niet alleen blessures, je spel wordt ook cleaner.

We gaan zo nog in op warm-up en mobiliteit die echt werken voor blessurepreventie in BJJ; match die straks met je thema van de les en je staat al 1-0 voor.

Warming-up voor BJJ blessurepreventie

Ik zie het elke winter weer: koude dojo, dikke hoodie, en dan meteen shot for single. Eerlijk gezegd is dat vragen om gezeur met heupen en schouders. Een goede warm-up doet drie dingen: temperatuur omhoog, activatie van ketens en je gewrichten door een bruikbare ROM laten bewegen. 8–12 minuten is meestal genoeg; je wilt fris het technische stuk in, niet al kapot.

  • Algemeen 2–3 minuten lichte cardio: skippen, ropeless jump rope, of mat-runs. Voeg dynamische heup- en schouderbewegingen toe: leg swings in alle richtingen, scapula-cirkels, arm-sweeps. Rustig, gecontroleerd.
  • Specifiek technische inloop: hip escapes (recht en diagonaal), shoulder rolls, technical stand-up, gecontroleerde torres. Denk aan 2–3 rondes van 30–45 seconden, focussen op kwaliteit van contact en ademhaling.
  • Activatie core-bracing, glute bridges, scapula push-ups, neck isometrics. Kort, strak, zonder pump-wedstrijd.

Core-bracing is geen sixpack aanspannen; het is 360-graden druk. Ik cue vaak: adem in, ribben omlaag, maak “omkasting” en houd 3–5 ademhalingen terwijl je li-ft-off’s doet (dead bug, heel taps). Glute bridges: 2×8 met 2 seconden pauze bovenin, knieën licht naar buiten, voel echt de bilspier en niet je onderrug. Scapula push-ups 2×10 om serratus en ondertraps wakker te maken; je frames voelen meteen stabieler. Neck isometrics: 3×10 seconden in vier richtingen, submaximaal, zodat je bij mislukte frames niet direct in paniek op pure nekflexie hoeft te vertrouwen.

Het punt is: warm op zoals je rolt. Lage amplitude, hoge controle, intentie op contactpunten en hoeken. Statisch rekken van koude hamstrings? Bewaar dat voor na de les of een andere sessie. En nou, sprintjes en burpee-marathons klinken stoer, maar voor blessurepreventie in BJJ leveren ze minder op dan doelgerichte activatie. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat je techniek daarna rustiger landt als je zenuwstelsel niet in “fight” staat.

Mobiliteitsoefeningen voor grapplers

  • CARS voor nek, schouder, heup en enkel: 1–2 langzame cirkels per richting, 20–30 seconden, maximale spanning rond de randen. Sluit lekkages af, geen gehaast. Voor zover ik weet levert dit de beste “controllable range” op voor guard work en passing.
  • Adductor sliders en Copenhagen holds: 2×6 gecontroleerde sliders per kant en 2×15–20 seconden holds op mid-range. Heupcontrole in knee cuts wordt meteen beter, dat is wel handig.
  • Thoracale rotatie-drills (open book, thread-the-needle varianten): 2×6 per kant, adem uit in eindstand. Je houdt druk in passing zonder de nek te forceren.
  • Pols- en vingerprep met extensie- en grijpspanning: 60–90 seconden variaties (table top wrist rocks, rubber band extensor work). Als ik het me goed herinner scheelt dit na gi-gripfights echt irritatie de volgende dag.

Programmeertip: micro-doses. Doe CARS direct na je algemene warm-up, schuif adductoren en thoracale rotatie in het technische blok (tussen reps door), bewaar pols/vingerprep vlak voor sparren. Zo blijf je scherp zonder tijd te verliezen; mobiliteit als “smeerlaag” tussen drills. Ik ben niet van dogma’s, maar neem het van mij niet aan: test 2 weken en voel je entries, zoiets als 10% soepeler bij dezelfde effort. Kleine winst, groot effect — maar dat is weer een ander verhaal.

Tip match je warm-up met het thema van de les. Sta je op passing met kniedruk, besteed extra aandacht aan heup- en adductoractivatie. Ga je leg entanglements oefenen, voeg enkel-CARS en lichte hamstringfloss toe. Werk slim, blijf trainen.

Knie- en schouderblessures voorkomen in BJJ

Eerlijk gezegd zit blessurepreventie in BJJ minder in foamrollen en meer in techniekkeuzes. Het punt is: kleine beslissingen in een scramble maken het verschil tussen veilig volume draaien en weer een week met een zeurende knie of schouder. Minimaliseer valgus en torsie op de knie, bescherm je rotatorenmanchet met actieve scapulae en vermijd extreme nekflexie onder belasting. Dat klinkt droog, maar in de praktijk zijn het concrete cues tijdens guardwork, passing en leg entanglements.

  • Knie bewaak de lijn van voet–knie–heup. In half guard geen gedraaide knieën; je heupen draaien mee met de richting van je scheen. Bij leg entanglements niet wringen op het onderbeen om je knielijn te “clearen”, maar je hele heupgordel rotaties laten doen.
  • Schouder houd scapula actief (protractie/depressie) bij frames en kimura/grip-fights. Vermijd geforceerde interne rotatie tegen tegenkracht; verplaats je lichaam, niet alleen de arm.
  • Nek gebruik ribbenkast- en heuprotatie voor escapes in plaats van pure nekflexie. Geen “kin in borst” wanneer je gestacked wordt; bouw hoogte met heupen en schouders.

Over knieën eerst. In half guard bottom laat ik, als ik het me goed herinner van een seminar in Utrecht, mijn buitenknie wijzen waar mijn tenen heen gaan. Zo voorkom ik dat mijn scheen naar buiten wijst terwijl mijn heup naar binnen draait. In K-guard en 50/50 denk ik aan de knielijn: mijn knie door hun heupen krijgen door heuprotatie en heupbrug, niet door de tibia te draaien. Dorsiflex je enkel licht, hamstrings aan, en draai met de romp mee. Een twist uit de enkel voelt onschuldig, maar je meniscus houdt niet van vertraging in de keten.

Schouder dan. Frames zijn geen statische palen; ze leven. Ik cue mezelf: “duw uit je schouderblad”. In side control is dat scapula-protractie met een neutrale pols. Bij kimura/grip-fights houd ik mijn ellenboog dicht bij de ribben en mijn scapula laag. Zodra mijn arm naar interne rotatie onder load gedwongen wordt, stap ik mijn heupen weg of ik bail met een reset van de hoek. Bench-press armen met flare? Prima recept voor irritatie in de voorzijde schouder, zeker tijdens no-gi gripwars op een drukke open mat op zondag.

Voor de nek: posture in closed guard komt uit borstbeen omhoog en lichte thoracale extensie, niet uit bruut de kin intrekken. Word je gestacked in een berimbolo of leg drag, verplaats eerst je heupen weg van de krachtlijn, maak een hoek en gebruik een ribs + heup-rotatie om de druk te breken. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat veel “nekklachten” eigenlijk slechte heupmechanica zijn, zoiets als proberen te shrimp’en met alleen je hals.

Tap-tijdig en slim sparren in BJJ

  • Bij heel hooks tap je op dreiging van draai, niet pas bij pijn. Pijn is te laat; ligamenten praten traag.
  • Leer veilige exits uit inside- en outside ashi voordat je vol gaat jagen. Dat is wel handig: eerst kennen hoe je eruit komt, dan pas jagen op de finish.
  • Ken de regels van je organisatie. IBJJF in Eindhoven is anders dan een ADCC Open in Rotterdam qua beenklemmen; stem je game en je ego daarop af.

In ons geval sluit dit aan op je warm-up uit het vorige hoofdstuk, maar neem het van mij niet aan: test het in technische rondes met partners die je vertrouwt. Varieer tempo, speel met hoeken en voel welke keuzes je gewrichten sparen. Voor zover ik weet is dit precies de brug naar het volgende stuk over krachttraining, herstel en belasting: technische hygiëne plus slimme belasting maakt je BJJ lang houdbaar, echt waar. Maar dat is weer een ander verhaal.

Herstel en preventie van overbelastingsblessures in BJJ

Overbelasting is zelden één moment; het stapelt. Te veel, te snel, te vaak. Als ik het me goed herinner kreeg mijn ellebooggezeur precies in een week met vier harde rollen én een zware deadlift-dag. Belasting managen begint met weten wat je doet: noteer mat-uren, intensiteit en de zware dagen erbuiten. Gebruik een simpele schaal (bijv. RPE 1–10) per sessie. Het punt is: als jouw week al drie hoge RPE-sessies heeft, schuif die vierde naar rustiger techniekwerk of microdosering kracht. Dat voelt misschien saai, maar voor blessurepreventie in BJJ is het goud, echt waar.

Microdosering betekent korte, scherpe krachtprikkels die niet botsen met je rollen. In ons geval wil je voldoende prikkel zonder next-day DOMS. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat 20–35 minuten per blok voor de meesten al meer dan genoeg is als je 3–5 keer per week traint op de mat.

  • Kracht 2–3 korte sessies per week 20–35 minuten. Focus op heupdominant, knie-dominant, horizontale trek/duw, rotatie- en anti-rotatie.
  • Posterior chain RDL, hip thrust, hamstring curls. Adductors Copenhagen progressies.
  • Schouder external rotations, scapula rows, serratus punches.
  • Nek en grip isometrische holds, handgrip extensie om balans te houden.

Waarom deze keuzes? Heup- en hamstringkracht dragen je in scrambles en takedowns; sterke adductoren stabiliseren guard-pummeling en verminderen liesklachten. Schoudercontrole via scapula en rotatoren houdt frames “veilig” tijdens lange rondes grip-fight. Nek- en grip-werk doen we kort en slim: 20–40 seconden isometrisch, meerdere sets, en wisselen met extensie/openers zodat je onderarmen niet vastlopen. Voor zover ik weet werkt dit beter dan eindeloze crunch-achtige nekreps die je alleen maar stijf maken.

Veilig trainen in Brazilian Jiu-Jitsu

  • Slaap ruim en consequent, hydratatie op orde, eiwitten verdelen over de dag.
  • Plan zware sparrondes na een technische dag, niet na maximale kracht of omgekeerd.
  • Gebruik RPE of simpele schaal voor vermoeidheid en pas volume aan.

Eerlijk gezegd is de grootste winst vaak planning. Bouw je week als high/low: één zwaardere matsessie met laag volume kracht ernaast, één technische dag met iets meer kracht, en één gematigde rol-dag. Laat één dag echt herstel zijn: wandelen, mobiliteit, wat ademwerk. Ik denk dat het was een coach uit Rotterdam die zei: “Stop op RPE 8 als je techniek inzakt.” Klinkt flauw, maar dat is wel handig. Hoe vaak ga je nog net die ene ronde extra terwijl je vorm al ingezakt is?

Check elke 4–6 weken een deload: 30–40% minder volume, tempo lager, en bewust werken aan zwakke schakels (heuprotatie, adductorkracht, scapula-rhythm). Een korte check-in helpt: ochtendstijfheid, kniepijn bij traplopen, of ribben die bij druk zeuren? Verlaag die week je intensiteit. Kleine aanpassing, grote impact. En als je richting toernooien periodiseert, schuif de piekbelasting weg van de wedstrijddag en houd je krachtprikkels fris, niet slopend – maar dat is weer een ander verhaal.

Tot slot: luister naar je signalen. Een trage armbar tap of een harde scramble kan prima, maar niet drie weken achter elkaar. Hou je belasting in toom, microdoseer je kracht, en je blijft langer op de mat.

Blessurevrij blijven tijdens toernooien BJJ

Competitiedagen voelen anders. Hartslag hoger voor je eerste grip, kleine prikkels van spanning overal. Blessurepreventie in BJJ op toernooien begint niet op de mat, maar bij de keuzes die je maakt vanaf het moment dat je wekker gaat.

  • Gewicht Sla de extreme cut over. Zeker bij weegmomenten vlak voor je partij levert “droog” zijn vooral kramp en slome reacties op. Lichter in je klasse instappen met genoeg hydratatie en glycogeen is veiliger en presteert eerlijk gezegd beter.
  • Warm-up Geen random jumping jacks. Repliceer je trainingsroutines: shrimp, bridges, technical stand-up, pummels, daarna korte sprints en harde frames tegen een partner. Eindig met 2–3 explosieve entries die lijken op je A-game openingssequence.
  • Regels Ken per band en per toernooi wat niet mag om onverwachte torques te vermijden. In gi blijft reaping verboden; in no-gi verschillen events over heel hooks. Voor zover ik weet staan sommige pro-rules het toe, IBJJF alleen voor brown/black no-gi; check het reglement van jouw event.
  • Onderschat niets Tape, kniestukken, mondbeschermer, nagels kort, een simpele EHBO-set in je tas. Reserve-gi en extra rashguard als back-up. Dat is wel handig als je bracket ineens sneller gaat dan gepland.

Ik kies op wedstrijddagen steeds een veilig gameplan: eerst dominante grips, dan pas risico. Laat desnoods een guard pull of scramble gaan als je knie vast zit in een rare hoek. Is die halve punt achterstand het waard als je MCL knakt? Het punt is: een snelle tap of een bewuste exit is soms de winst op lange termijn. In ons circuit zie ik te vaak iemand “erdoorheen” willen draaien, en dan hoor je die nare klik. Neem het van mij niet aan, maar ik heb het in Utrecht en bij de Dutch Open twee keer van dichtbij gezien.

Als ik het me goed herinner woog ik op mijn eerste NK in gi letterlijk vijf minuten voor mijn match in. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat dat precies is waarom grote cuts hier in Nederland zo riskant zijn: geen tijd om te herstellen. Eet iets lichts dat je kent, test je gi/weeggewicht thuis, en plan je opwarming achter de matten zodat je niet koud de mat op stapt.

Veilig sparren met leglocks

Leglocks zijn niet “gevaarlijker” als je ze technisch benadert. Ze zijn meedogenloos als controle ontbreekt.

  • Begrijp controle eerst, afwerking daarna. Werk naar een stabiele knie-lijn, heup- en teenlijn beheersen, dan pas draaien aan de finish. Denk aan outside ashi en inside sankaku: rustig verplaatsen, knieën geklemd, druk opbouwen, niet rukken. Een stabiele knie-lijn is veiliger én effectiever.
  • Communiceer met partners over tempo en intentie. Zeg vooraf: “competitie-ritme, maar gecontroleerd”. Stop bij glijden of slip door zweet en reset. Competitie-energie is prima, roekeloosheid niet.

Voor de matcultuur helpt een simpele afspraak: bij elke kniepijn die “scherp” voelt, direct los of tap, geen heldenwerk. In veel Nederlandse academies is dat standaard, echt waar, en het verlengt ieders carrière. Dat was het dan; morgen weer trainen zonder pop in je knie, maar dat is weer een ander verhaal.

Blessurepreventie is geen geheim trucje maar een set gewoontes die je elke week toepast. Warm-up met doel, kies veilige hoeken, doseer belasting en tap op tijd. Zo blijven je mat-uren omhoog en je pijntjes omlaag. Simpel gezegd, consistentie wint. Dat is de realiteit.

Lars van Dijk

Lars van Dijk schrijft over Brazilian Jiu-Jitsu vanuit jarenlange mat-ervaring in Nederland. Gespecialiseerd in wedstrijdregels, positiewerk en praktische gear-keuzes voor grapplers. Traint in Amsterdam en deelt nuchtere analyses zonder franje.

Meer Lezen

Post navigation